Bordspellen

Carpe Diem

Over Stefan Feld:

Stefan Feld is een zeer actieve spelauteur. Er gaat geen jaar voorbij zonder een nieuw spel van zijn hand en menig jaar verrast hij je met 2 of meer creaties. Een aantal van zijn spellen zijn bij een breed publiek bekend en sieren ook mijn spelkasten: The Year of the Dragon, Castles of Burgundy, Brugge, La Isla, Merlin, om er maar enkele te noemen.

In 2018 waren er 2 nieuwe ‘Feld’ spellen: Forum Trajanum en Carpe Diem, uitgegeven door respectievelijk Huch! en Alea(=Ravensburger), grappig genoeg beiden ‘bouwspellen’ gedateerd in het oude Romeinse Rijk. Forum Trajanum kon mij niet direct bekoren, maar Carpe Diem, qua moeilijkheidsgraad de lichtere van de twee, sprak me wèl aan.

Doel van het spel

In Carpe Diem moeten de spelers een wijk van Rome voorzien van woonvilla’s en ‘nuttige’ gebouwen. Hiervoor heeft elke speler een eigen tableau van 6×6 vakken dat hij in de loop van het spel vult met gebouwen die tijdens en/of aan het einde van het spel de meeste overwinningspunten opleveren. De puntenscores van de gebouwen hangen voor een groot deel af van variabele score-kaarten, zodat geen enkel spel hetzelfde is.

Het spelmateriaal

De goed gevulde doos bevat een spelbord, 4 spelertableaus, 4 kleine bordjes met een overzicht van de spelregels + de overwinningspunten, 123 bouwplaatjes, 120 spelkaarten in 3 soorten, geld & brood markers plus het nodige aan houtmateriaal.
De borden en kaarten zijn van de dikke kwaliteit zoals we die van Alea gewend zijn. Helaas is er bij de kleuren iets misgegaan, met name bij de bouwplaatjes. De achterzijdes hiervan horen ter onderscheiding licht- of donkergroen te zijn, maar het kleurverschil is dusdanig klein dat je dit alleen bij goed zonlicht of onder een felle lamp ziet. Dit maakt het opruimen en sorteren altijd tot een onverwacht tijdrovende uitdaging. Daarnaast lijken de kleuren van sommige gebouwen nogal op elkaar, zodat je erg goed moet (uit)kijken om geen winstpuntrovende vergissingen te maken.

Het spel

Een compleet spel Carpe Diem duurt 4 ronden. In elke ronde pakken de spelers om de beurt een bouwplaatje van het centrale spelbord en geven het een plaatsje op het eigen tableau. Maakt een speller een gebouw af, ontvangt hij meestal een beloning in de vorm van geld, brood of landbouwproducten. Deze kan hij weer gebruiken als hij aan het eind van elke ronde 2 scorekaartjes van zijn fiche voorziet en hiervoor de punten scoort.

Kiezen en bouwen

De 24 bouwplaatjes van elke ronde bevinden zich in 6 x 4 vakken die in een cirkel zijn gegroepeerd en onderling met lijnen zijn verbonden (zie afbeelding). Wie aan de beurt is, beweegt zijn pion (bouwmeester) naar één van de 2 tegenoverliggende vakken, kiest een geschikt bouwplaatje en plaatst dit op zijn/haar spelerstableau. Dit plaatje moet altijd verticaal of horizontaal grenzen aan een al eerder geplaatst gebouw, waarbij je ook nog rekening moet houden met ‘deelgebouwen’ die je nog wilt afmaken. Uiteraard kijk je bij het kiezen met een scheel oog naar je concurrenten: ‘met welke gebouwen is hij/zij bezig?’ – ‘ligt dat andere plaatje dat ik nodig heb er volgende beurt nog?’ De planning beperkt zich dus zeer zeker niet alleen tot het eigen tableau, want de keuze op het centrale spelbord wordt snel kleiner, tot je uiteindelijk (grom) geen keuze meer hebt.
Behalve de woonvilla’s leveren afgebouwde gebouwen iets op. Munterijen leveren geld, bakkers brood, wijnboerderijen druiven, viskwekerijen vis, pluimveehouderijen kippen, enz. Die heb je nodig om aan het einde van een spelronde punten te scoren. De groene ambachtsgebouwen hebben een speciale bonus: daarmee mag je als actie een extra gebouw van de rand van het centrale spelbord kiezen en meteen op je tableau plaatsen. Ook vijvers zijn bijzonder: voor het plaatsen van een vijver ontvang je een eigen geheime scorekaart waarmee je extra overwinningspunten kunt halen.

Het centrale spelbord met bouwplaatjes en scorekaarten

Punten scoren

Het scoren van de punten aan het einde van de ronde is een utdaging op zich. Op het centrale spelbord bevinden zich (bij 4 spelers) 12 scorekaartjes. Sommige leveren punten op als je de juiste gebouwen op je tableau hebt, bij andere moet je bepaalde producten (druiven, vis….) inleveren. Elke speler kiest 2 (verticaal of horizontaal) aan elkaar grenzende scorekaartjes uit en plaatst hier de eigen fiche tussen. Wie aan de voorwaarden voldoet, ontvangt punten. Zo niet, moet je per kaart 4 overwinningspunten afgeven (!). De gelukkigen die geld en brood hebben verzameld, hebben het iets gemakkelijker: munten tellen als jokers bij de gevraagde goederen en met 3 broden kun je een kaart scoren zonder aan de voorwaarden te voldoen.
Elke fiche blokkeert een bepaalde combinatie, dus ook hier wordt de keuze in de loop van het spel steeds kleiner. Het moge inmiddels duidelijk zijn dat dit geen spel voor slechte planners is….. 😉

Banderolen
Eén spelelement heb ik nog niet genoemd. Op je spelerstableau liggen een aantal kartonnen fiches, de ‘banderolen’. Elke keer als je op zo’n plek bouwt, ga je een stap vooruit op de speciale scorelijst voor banderolen-punten. Deze score is aan het einde evenveel overwinningspunten waard, maar bepaalt ook de o zo belangrijke volgorde bij het kiezen van de scorekaartjes.

Einde van het spel

In de 4e ronde komen de donkergroene bouwplaatjes in het spel, die allemaal maximaal 1 open einde hebben en waarmee je de vele ‘halve’ gebouwen op je speltableau kunt afmaken. Als deze ronde met het claimen van de laatste scorekaatjes is afgelopen, begint het tellen van alle in het spel vergaarde punten. Nu eindelijk worden de woonvilla’s geteld; hoe groter, hoe meer punten uiteraard. Elke speler heeft om zijn tableau heen nog een viertal(steeds wisselende) lijsten met afbeeldingen van gebouwen. Je ontvangt een bonus als je op de juiste lijn het vereiste gebouw hebt staan. Wie vijvers heeft gebouwd, toont nu zijn of haar bonuskaartjes en strijkt de betreffende beloning op. Verder worden de overgebleven munten en producten nog 2:1 omgezet in punten.
De overwinnaar staat zelden van te voren vast. Bijna iedereen volgt zijn eigen strategie en iemand die bij de scorekaartjes weinig verdiend heeft, kan aan het eind nog een enorme slag maken. De eindscores liggen meestal dicht bij elkaar, zodat het spel tot het einde toe spannend blijft.

Het persoonlijke bouwtableau

Conclusie

Met een spelduur van 75 minuten is Carpe Diem een vlot en toegankelijk spel waar je makkelijk spelers voor vindt, zowel bij de familie- als expert spelers. Het systeem van de scorekaartjes is in het begin even wennen, maar samen met de bonuslijsten zorgen ze voor afwisseling en vereisen steeds weer andere strategieën. Slechte planners moet ik Carpe Diem afraden; anderen nodig ik van harte uit, deze nieuwe Feld eens uit te proberen!